3 Bacteriën

Deze oorzaakcategorie staat voor pathogene activiteit van bacteriën en voor de klachten ten gevolge van toxines afkomstig van bacteriën. Veel voorkomende ziekmakende bacteriën zijn: Salmonella, Streptococcen, Staphylococcen, Enterococcen, Campylobacter, Helicobacter, Coli, Chlamydia, Shigella, Haemophilus Influenza B, Legionella, Pseudomonas, Pneumococcen, Tetanus en Borrelia.

Bacteriële infectieziekten moeten veelal eerst met antibiotica bestreden worden.

Blijven er langdurig restverschijnselen aanwezig, dan kan de complementaire alternatieve geneeskunde uitkomst bieden. Veelal zijn de (chronische) klachten het gevolg van toxines afkomstig van deze bacteriën. Terwijl de bacteriële infectie over is en de bacteriën in levende lijve niet meer aanwezig zijn, veroorzaken de achtergebleven en nog aanwezige toxines mogelijk ernstige chronische restklachten. Ook kan het zijn dat het immuunsysteem verzwakt is, dan is het zaak het immuunsysteem in optimale staat te brengen.

Nuttige bacteriën

Het evenwicht van de bacteriën in onze darmen vormt de fundering van ons systeem De symbionte flora leeft in een zogenaamde kolonieresistentie. Dat betekent dat verschillende stammen vredig samenleven, terwijl de transiënte stammen tot een zekere hoeveelheid worden getolereerd. Een gezonde darmflora is resistent tegen een overkolonisatie van transiënte kiemen als ze die onder controle kan houden. Hoe zwakker of kwalitatief slechter de residente darmflora is, hoe meer lichaamsvreemde agentia of transiënte bacteriën kunnen binnendringen. Een gezonde darmflora vormt de fundering van ons immuunsysteem en het zelfhelend vermogen.

Bacterie toxines

Bacterie toxines kunnen bij mensen allerlei chronische klachten veroorzaken en in stand houden. Dit treffen we bij onze cliënten dan ook regelmatig aan. Bij een bacteriële voedselvergiftiging bijvoorbeeld worden de verschijnselen niet veroorzaakt door de bacterie zelf, maar door de geproduceerde toxines door de bacteriën. Deze kunnen nog in het voedsel aanwezig zijn, ook al zijn de bacteriën zelf gedood (bijvoorbeeld door koken). Indien de verschijnselen door de bacteriën zelf worden veroorzaakt, spreekt men van een voedselinfectie. Zolang deze bacterie toxines in de darmen aanwezig blijven houden deze patiënten darmklachten. De klachten verdwijnen als we met behulp van gerichte therapie de nog aanwezige bacterie toxines elimineren.

Voorbeelden van bacteriële voedselvergiftiging en toxinevorming zijn :

  • Botulisme, veroorzaakt door een eiwit gevormd door de bacterie Clostridium botulinum.
  • Diarree veroorzaakt door toxines gevormd door Bacillus cereuus in opgewarmde rijst of pasta.
  • Braken door toxines gevormd door Staphylococcus Aureus (vooral bacteriën zoals Salmonellla en Escherichia coliveroorzaken voedselinfecties).
  • Clostridium difficile kan problemen veroorzaken in de darm door het uitscheiden van toxines, die het slijmvlies van de darm kunnen irriteren en/of beschadigen. Het risico neemt toe naarmate men ouder wordt. Soms is alleen het slijmvlies van de dikke darm licht ontstoken, bij ernstige gevallen is de ontsteking uitgebreider. De symptomen variëren van lichte tot bloederige diarree in combinatie met buikpijn en koorts.