7 Littekenstoring
De oorzaakcategorie littekenstoring heeft betrekking op de aanwezigheid van storende littekens. Littekens in de huid en andere weefsels en organen kunnen een storende invloed hebben op de energiestroom in de meridianen. Littekenweefsel heeft een grotere weerstand dan het oorspronkelijke weefsel, waardoor de energiestroom beperkt wordt. De met een meridiaan corresponderende weefsels, organen, functies, gebitselementen, wervels, chakra’s en emoties kunnen hiervan hinder ondervinden.
Littekens. Littekens in de huid en andere weefsels en organen kunnen een storende invloed hebben op de energiestroom in de meridianen of lokaal klachten veroorzaken. Littekenweefsel heeft een grotere weerstand en andere cross-links dan het oorspronkelijke weefsel, waardoor de energiestroom beperkt kan worden. De met een meridiaan corresponderende weefsels, organen, functies, systemen, gebitselementen, wervels, chakra’s en emoties kunnen hiervan hinder ondervinden. Zo kan een litteken aan de buitenkant van de ellenboog bijvoorbeeld de gezonde functie van de dikke darm storen en daardoor een trigeminus neuralgie veroorzaken of chronische rhinitis in stand houden.
Littekenweefsel. Een wond geneest in drie fasen. De ontstekingsfase duurt één tot vier dagen vanaf het ontstaan van de wond. Tijdens deze fase reinigt het lichaam de wond en begint de eigenlijke wondgenezing waarbij littekenweefsel en collagene vezels worden aangemaakt. De heropbouwfase duurt van de vierde tot de eenentwintigste dag. De rijpingsfase begint de eenentwintigste dag en kan meer dan een jaar duren. In deze fase ontstaat er een evenwicht tussen de aanmaak en afbraak van collagene vezels. We onderscheiden gewone soepele littekens, atrofische littekens, hypertrofische littekens en keloïdale littekens.
Als de lederhuid verbroken was, ontstaat er minder soepel collageen en hydroxyallysine cross-linking in plaats van allysine cross-linking. Littekens met minder soepel collageen ontstaan ook als de wondgenezing wordt verstoord. Zo’n verstoring kan verschillende oorzaken hebben, zoals een infectie, een slechte algehele conditie (roken) of een slechte doorbloeding van het wondgebied. Bovendien genezen wonden op sommige plaatsen van het lichaam moeilijk. Dit geldt ook voor inwendige littekens.
Zodra er in een litteken minder soepel collageen aanwezig is, bestaat de mogelijkheid dat de energie van de betreffende meridiaan geblokkeerd wordt met een energetische storing ten gevolge. Dit geldt ook voor inwendige littekens en kan alle met de meridiaan verbonden weefsels, structuren, systemen, emoties en chakra’s verstoren.
Soepel collageen wordt gevormd met behulp van vitamine C in de vorm van mineraal ascorbaten, vitamine E in de vorm van mixed tocoferolen, zink en omega vetzuren, zoals in zwarte bessenzaadolie en visolie. Tijdens de heling zijn deze stoffen van groot belang.
Als er sprake is van een ouder litteken (meer dan twee jaar) kan een littekenstoring ontstoord worden met behulp van Litteken Vital-Frequenties (bevat energetische signalen van spartium scoparium en mixed tocoferolen vitamine E) in combinatie met andere specifieke middelen, crèmes voor de huid en eventueel lasertherapie of acupunctuur.
Littekenblokkaden. De grootste blokkaden in littekenweefsel treden op in hypertrofische en keloïdale littekens door veranderde cross-linking. In de huid is het collagene netwerk normaal gesproken verbonden door zogenaamde allysine cross-links, maar in het littekenweefsel worden de verbindingen tussen de collageenmoleculen tot stand gebracht door hydroxyallysine cross-links. Door de aanwezigheid van dit soort cross-links wordt het collageen moeilijker afbreekbaar. Dit heeft een effect op de natuurlijke balans tussen de synthese en afbraak van collageen en leidt uiteindelijk tot ophoping van collageen (fibrose). Het verschil tussen de beide soorten cross-links is dat bij allysine cross-links lysine residuen en bij hydroxyallysine cross-links hydroxylysine residuen in de telopeptiden (uiteinden van het collageen) betrokken zijn.
Voor de omzetting van een lysine in de telopeptide naar een hydroxylysine is het enzym telopeptide lysyl hydroxylase (TLH) verantwoordelijk. Door remming van dit enzym wordt de cross-linking in de richting van de allysine route geleid. Daarmee kan op selectieve wijze hypertrofe littekenvorming met littekenstoring worden bestreden. Recent is het TLH-gen geïdentificeerd en de rol van het gen bij de vorming van hypertrofe littekens aangetoond.
De ingredienten van verschillende specifieke middelen hebben een gunstige invloed op de vorming van allysine cross-links in plaats van hydroxyallysine cross-links door middel van met name mineraalascorbaten, Vitamine E mixed tocoferolen, zink, curcuma en ribes nigrum.